Klim na kli
Etappe 20 is de laatste etappe waar het verschil nog gemaakt kan worden. Het peloton gaat van Belfort richting Le Markstein in een loodzware etappe. Het is vrijwel geen moment vlak in een parcours met maar liefst 7(!) beklimmingen.
Deze zeven ‘heuvels’ moeten in slechts 133,5 kilometer worden afgelegd. Voor de renners is het dus klim op klim op klim, met hier en daar een afdaling. Ook de stijgingspercentages liegen er niet om. Vier van de zeven beklimmingen hebben een gemiddeld stijgingspercentage van boven de 7%. Maak je borst maar nat.Bergop vanaf de start
Officieel begint de eerste klim pas na 13 kilometer, maar vanaf de start loopt de weg al geleidelijk omhoog. Om na 13 kilometer het echte startschot te geven voor de klim van de Ballon d’Alsace. Een berg van 11,5 kilometer lang met een stijgingspercentage van gemiddeld 5,5%.
Het echte vuurwerk zal nog niet op de eerste col van de dag verwacht worden. Na de afdaling van de Alsace volgt er zo’n 18 kilometer aan golvend terrein met een aantal ongecategoriseerde klimmetjes. Vervolgens krijgen de renners een drieluik aan korte gemene klimmen voor de kiezen. Opeenvolgend de Col de la Croix des Moinats (5,2km à 7%), de Col de Grosse-Piere (3,2 km à 8%) en de Col de la Schlucht (4,3km à 5,4%).In stijl afsluiten
We eindigen het de strijd om het klassement met twee beklimmingen van de eerste categorie. Na zo’n 20 kilometer dalen vanaf de Col de la Schlucht begint het peloton (of wat daarvan over is) aan de eerste van twee categorie 1 beklimmingen. De Petit Ballon is minder lieflijk dan de naam doet klinken. Het is een echte sloper van 9,3 kilometer met een stijgingspercentage van 8,1%.
De laatste berg in deze Tour is die van de Col du Platzerwasel. Ook deze is gemeen steil met 8,4% gedurende 7,1 kilometer. De finish ligt echter niet bovenaan. Er volgen nog 7 relatief vlakke kilometers op een plateau. Wie schrijft de Tour de France van 2023 definitef op zijn naam?